Deense taal – een overzicht van een vertaalbureau

Deens behoort samen met Zweeds, Noors, IJslands en Faeröers tot de Scandinavische talengroep. Deens is een Oost-Noordse taal die wordt gesproken door ongeveer zes miljoen mensen in Denemarken, Groenland, de Faeröer, in het noorden van de regio Sleeswijk-Holstein in Duitsland, Noorwegen en Zweden. Het is ook een officiële taal van de Europese Unie en een van de werktalen van de Noordse Raad.

Het standaard Deens of Rigsdansk

De standaardtaal van Denemarken is Rigsdansk (of Standard Deens). Het is gebaseerd op dialecten die in en rond Kopenhagen worden gesproken en het is de taal die wordt gebruikt in ambtenarij, media, administratie enz. In tegenstelling tot Zweeds en Noors kent het Deens niet veel dialecten. Er zijn drie hoofddialecten in Denemarken: østdansk (gesproken in het oostelijke deel van Denemarken), ødansk (eiland Deens) en jysk (gesproken op het schiereiland Jutland).

Het Deense koninkrijk werd in de jaren 800 gesticht door de Vikingen en was eeuwenlang de grootste heersende macht in Scandinavië. Tijdens de Deense overheersing in Noorwegen was Deens de officiële taal; daarom lijkt het huidige Deens veel op het Noorse Bokmål (literair Noors). Bijgevolg hebben de sprekers van deze talen geen moeite om elkaar te begrijpen.

Runen als eerste alfabet

Het eerste alfabet dat door de Denen werd gebruikt, was runen. De oudste Deense archieven dateren uit 300-800 na Christus en zijn runeninscripties die in steen zijn uitgehouwen. De introductie van het christendom bracht het Latijnse alfabet tot stand dat erin slaagde de runen volledig te vervangen tot de 13e eeuw.

Vergelijkbaar met alle andere Germaanse talen, zowel qua grammatica als woordenschat, heeft het Deens een bepaald geluidssysteem. De stød (stuwkracht / duw) is een kenmerk van deze taal die verwijst naar de assimilatie of reductie van zowel medeklinkers als klinkers. Deze bijzondere uitspraak maakt het voor een buitenlander gemakkelijker om Deens van Zweeds en Noors te onderscheiden.

Door de eeuwen heen heeft het Deens veel woorden ontleend aan vreemde talen: uit het Nederduits in de middeleeuwen, uit het Frans in de 18e eeuw en Engelse woorden in de 20e eeuw.

Denemarken